• Home
  • >
  • Monumenten
  • >
  • Prins Hendrikkade
20

Prins Hendrikkade

Fred Kater, de zoon van een banketbakker op de Gedempte Gracht, die als informant van de Sicherheitspolizei werkte en F.D. Willemsen, NSB-er en Onderluitenant van de Staatspolitie worden korte tijd na elkaar doodgeschoten door het verzet. Op 6 februari 1945 laat Polizeiführer Rauter een razzia uitvoeren in het centrum van Zaandam tussen de Bloemgracht en de Prinsenstraat. Vijfhonderd mensen worden uit hun huizen gehaald en naar de Burcht gedreven. Die dag wordt er niet geschoten. Wel worden er honderd mannen afgevoerd voor de Duitse arbeid. Drie dagen later schieten de Duitsers alsnog tien verzetsmannen, dodenkandidaten uit de cel in Amsterdam, dood op de loswal van de Burcht.

De plaquette hangt aan het huis op de hoek van de Burcht en de Prins Hendrikkade, tegenover de loswal.


In gesprek met getuigen

Henk Roovers (1940)

Henk Roovers (1940)

"Ik weet dat ik naar het huis van Jan Bouwmeester ben gelopen, die vrouw was achtergebleven met vijf kinderen. Ik heb zitten huilen op de stoep omdat ik zo'n honger had. Zij is naar voren gekomen en heeft mij een korstje brood gegeven. Ik weet ook dat ik bij de gaarkeuken heb gestaan met een pannetje, mijn vader kon niet, met mijn zus heb ik daar gestaan met een pannetje."

Bep Last-van der Bijl (1930)

Bep Last-van der Bijl (1930)

"Om 7 uur deed ik de deur open en zag een Duitser met een geweer: ‘naar de Burcht’. Er stonden mitrailleurs langs de loswal, met de lopen naar de Burcht. M’n vader werd er tussenuit gehaald: ‘Männer raus’. Eten had je niet, het was koud. Het was een uur of vier voordat we weer thuis waren. Mijn vader die kwam een paar uur later, hij zegt ‘ik ben te oud’."

Marthe van Holk-Ferf (1923)

Marthe van Holk-Ferf (1923)

"Ik zag ik opeens dat er allemaal mensen uit huizen werden gesleurd. Ik moest ook naar de Burcht. De vrouwen aan de ene kant, en de mannen aan de andere kant. En de mannen werden naar een dekschuit geleid. En ik zie daar nog een Duitser met zo’n glimlach alsmaar rondlopen. Sommige vrouwen vielen flauw. Die vrouwen wisten natuurlijk niet wat er met die mannen ging gebeuren. Iedereen was bang. "

Rob de Jong (1933)

Rob de Jong (1933)

"Ik mocht niks zien, we hoorden rrrrt… Ze hebben de lijken in die vrachtwagen gegooid, die reed weg. Toen gingen wij kijken, er was een grote plas bloed op de kade. Met emmers water hebben ze dat weggespoeld. Ik heb gehoord dat ze er stro hebben neergelegd, maar dat kan ik me niet herinneren, wel die plas bloed, dat was niet best. Onschuldige mensen werden voor het vuurpeloton gezet."

Catharina Uk Allan - de Wit (1933)

Catharina Uk Allan - de Wit (1933)

"Ieder jaar als de herdenking geweest is ga ik hier even langs. Waarom weet ik ook niet, maar dat heb ik steeds gedaan. Het is iets wat vast in je lijf zit. Je draagt het mee. Jonge jongens zo tussen de twintig en veertig denk ik. En als je dan zelf elf jaar bent… Het zou je broer of je vader kunnen zijn. In vier minuten tijd tien levens verwoest. "