• Home
  • >
  • Monumenten
  • >
  • Verzetsmonument
17

Verzetsmonument

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het leven in dorpen misschien wel beter dan in steden. Op het platteland is vaak iets makkelijker aan voedsel te komen, en in een kleine gemeenschap zorgen mensen voor elkaar. Mensen weten veel van hun buren en er blijft weinig verborgen. ‘Waar recht onrecht wordt, wordt verzet tot plicht’ staat op het monument in Oostzaan. Maar verzet plegen is extra lastig in een dorp waar iedereen elkaar kent. Dat er achtereenvolgens drie NSB-burgemeesters zitten die graag meewerken met de Duitsers maakt het er niet eenvoudiger op. Daardoor kan ‘oog hebben voor elkaar’ omslaan in het gevoel dat je ‘in het oog wordt gehouden’. Verraad ligt op de loer.

Het monument staat op het Kerkplein in Oostzaan.


In gesprek met getuigen

Jan Vonk (1931)

Jan Vonk (1931)

"Mijn vader had een contractvarken, maar hij hield er soms meer, die moesten geslacht worden. Piet Langenberg woonde tegenover de Noorderschool, die liet alles in de steek als-ie wat kon doen wat niet mocht. Dat varken moest dood. Touw om z’n nek, stokkie erbij en wartelen. Dat-ie zou stikken. Dat varken springt op: Piet met zijn kop tegen de zolder aan. Lag hij bijna dood, in plaats van het varken. "

Jopie van Berge-Beerling (1934)

Jopie van Berge-Beerling (1934)

"Hij was eerste ambtenaar onder NSB-burgemeester Sikkema, De Bree hebben we ook nog gehad. Ze stonden in enen bij zijn bureau, daar werd het verteld: alle mannen onder de veertig moeten zich melden voor Arbeitseinsatz. Toen dacht mijn vader: ‘Dat gaat helemaal verkeerd.’ Toen moest ie ‘t bevolkingsregister inleveren. D’r was verderop een boerderij met een hooiberg. Hebben ze d’r een gat ingemaakt en daar de hele rattaplan in gedouwd. "

Ivo de Jong (1935)

Ivo de Jong (1935)

"Dat hangt me nog bij van een mooie zondagmorgen. Dan kwamen al die zilveren vogels, hele rijen, kwamen uit Duitsland. Die hadden daar gebombardeerd, en die gingen dan terug. Zoals trekvogels zou je kunnen zeggen, ging dat allemaal over. Heel hoog in de lucht hoorde je dat brommen. Soms was er eentje aangeschoten. Dan was het helemaal spannend, want dan zag je die met rook, of weet ik het wat."

Martin de Dood (1923)

Martin de Dood (1923)

"Er brandde licht in het gemeentehuis, die Duitsers schoten overal op, toen kwam er een jager: riktiktik! Nou als je dat geluid nog hoort, het was verschrikkelijk, toen ging mijn zuster naar boven toe, we riepen allemaal Jan, Jan! We hoorden niks meer, toen kwam ze boven, bloed. Onder het bloed. Zo’n projectiel, ken je niet begrijpen, dat zo’n kracht door de balk heen. Made in Germany, Krupp, stond erop."