• Home
  • >
  • Monumenten
  • >
  • Van Gelder
10

Van Gelder

Terwijl overdag de Duitsers zoveel mogelijk apparatuur en machines uit de papierfabriek van Van Gelder in Wormer stelen om naar hun vaderland te brengen, werken in het geheim de mannen uit het verzet ’s nachts om zoveel mogelijk apparatuur te behouden. Het verzet laat de kostbare machines onder andere afzinken in het Zwet. De Duitsers brengen hun deel naar schepen die klaarliggen in de Zaan. Als het verzet een rijnaak vol apparatuur opblaast, nemen de Duitsers wraak. Ze fusilleren vijf mannen. Ze staan met hun gezicht naar de gezonken rijnaak op het terrein van zeepfabriek De Adelaar. 

De plaquette hangt aan de muur van een gebouw aan de Zaan in Wormerveer, waar het Zuideinde overgaat in de Zaandijkerweg.


In gesprek met getuigen

Cees Meijer (1919)

Cees Meijer (1919)

"De weilanden tegenover ons huis, waren van Van Gelder. Ik kwam op stal, en de hele stal staat vol met mensen. ‘Wat is de bedoeling?’ Nou, dan krijg je te horen van: ‘We moeten naar Van Gelder en dan gaan we zoveel mogelijk dingen weghalen die anders de Duitsers weghalen. We moeten ze voor zijn!’ Dat waren de machineonderdelen, koperdoek, vilt: allemaal onderdelen die voor de papierfabricage van belang zijn."

Jan Meijer (1930)

Jan Meijer (1930)

"Ik wist dat er wat gebeurde, maar ik was van ’30 en het was ’44, dus ik was veertien jaar. Als je zeven broers hebt, telt de jongste niet mee, die moet zijn mond houden. Die mag alles zien, die mag alles denken, maar die wordt nergens in gemoeid. Ja, ik heb ze horen oefenen in de stal. En ik zag dat een ploeg middenin de nacht de steeg inreed."

Dick Kerssens (1937)

Dick Kerssens (1937)

"Ik was zeven. Zondagmorgen en het was vreselijk slecht weer. Wij hadden mensen uit Amsterdam die waren lopend gekomen om eten. Ik woonde op de Celebesstraat. We werden gewaarschuwd door een buurvrouw. Er komt een overvalwagen aan met Grüne Polizei. Wij ook kijken, inderdaad er kwam een auto aan, een vrachtwagen. En toen hij ons huis passeerde zagen wij dat er mensen inzaten, niet wetende dat zij gefusilleerd zouden worden."